Hof: Centrale Bank wél bevoegd om Pristine te beboeten

In dit artikel:

De Centrale Bank van Aruba (CBA) mag Pristine Estates N.V. een bestuurlijke boete van één miljoen gulden opleggen voor mogelijke overtredingen van de Landsverordening voorkoming en bestrijding witwassen en terrorismefinanciering (Lwtf). Het Hof in hoger beroep vernietigde daarmee een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, dat had geoordeeld dat Pristine in de jaren 2017–2019 geen dienstverlener was en dus buiten de anti‑witwaswet viel.

Het Hof oordeelt dat Pristine sinds 1999 het Holiday Inn‑casino exploiteert en vanaf 2000 beschikte over een ondubbelzinnige voorlopige toestemming van de minister. Door zich te presenteren als vergunninghouder — onder andere via meldingen aan toezichthouders, belastingafdracht en het aanvragen van vergunningen — fungeerde het bedrijf feitelijk als dienstverlener onder de Lwtf. De conclusie van het Gerecht dat alleen een formeel verleende vergunning kwalificeert, gaat volgens het Hof te ver; een niet ingetrokken voorlopige toestemming geldt als voorlopige vergunning.

De zaak is terugverwezen naar het Gerecht in Aruba voor een inhoudelijke beoordeling van de boete; omdat het om een bestuurlijke sanctie gaat, moet die beslissing in twee instanties plaatsvinden.