Mottley eist moreel leiderschap bij VN: 'Ze maken een woestijn en noemen het vrede'

In dit artikel:

In New York, tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (vrijdag), hield Mia Amor Mottley, premier van Barbados, een indringende toespraak die door velen als het morele hoogtepunt van de week werd gezien. Ze stelde dat de wereld niet alleen kampt met oorlog en klimaatcrisis, maar met “een crisis van waarheid en vertrouwen”: als gedeelde feiten verdwijnen, raakt politiek, nieuws en wetenschap ontwricht.

Mottley sprak fel over Gaza en het geweld in Soedan en vroeg om onmiddellijke humanitaire hulp — specifiek 66 miljoen dollar voor kinderen in Gaza en 200 miljoen voor Soedan — omdat het allerlaagste wat mogelijk is, overleven zou moeten zijn. Ze citeerde morele en historische beelden om de urgentie te benadrukken.

Daarnaast bekritiseerde ze de machtsverdeling binnen de VN: Afrikaanse landen en kleine eilandstaten worden gemarginaliseerd. Ze pleitte voor structurele verandering van de Veiligheidsraad, met permanente zetels voor Afrika en een roterende zetel voor kleine eilanden, zodat beslissingen minder door een paar grote spelers worden gedomineerd.

Op klimaatgebied waarschuwde Mottley tegen symbolische beloften en stelde ze een wereldwijd juridisch bindend akkoord over methaan voor — een maatregel die volgens wetenschappers de opwarming substantieel kan verminderen. Ze maakte duidelijk dat de vijand niet de fossiele industrie als zodanig is, maar de emissies.

Haar oproep tot actie en verandering werd door commentatoren gezien als voorbeeld van moreel leiderschap en voedde speculatie dat zij een kandidaat voor het VN-secretariaat zou kunnen zijn.