RAIZ-leider eist onderzoek naar 200 miljoen florin voor raffinaderij
In dit artikel:
RAIZ-leider en voormalig vicepremier Ursell Arends eist een onafhankelijk onderzoek naar circa 200 miljoen Arubaanse florin die de regering tussen 2017 en 2024 vrijmaakte in verband met de raffinaderij in San Nicolas. Zijn oproep, maandagmiddag gedaan tijdens Enfoke, is vooral gericht op de kabinetten Wever‑Croes I en II en komt middenin bredere politieke onrust rond MEP‑politici, waaronder oud‑minister Glenbert Croes.
Er loopt al een onderzoek naar Refineria di Aruba (RdA). De waarnemend directeur, Ricky Lacle — een neef van Glenbert Croes — is geschorst wegens vermoedelijke onregelmatigheden op basis van een rapport; het onderzoek kan worden overgedragen aan het Openbaar Ministerie. De regering schakelde het kantoor Croes‑Wever & Ruiz in om het contract met het Amerikaanse CITGO te beëindigen; premier Wever‑Croes heeft dat gepresenteerd als een succes, maar concrete voordelen voor Aruba zijn niet duidelijk gemaakt.
Sinds het vertrek van Exxon rustte op erfpachtovereenkomsten een saneringsverplichting die uiteindelijk bij CITGO terechtkwam, met een reservering van 320 miljoen florin voor schoonmaak. Hoe die verplichting in de afronding met CITGO is verdwenen en waarom het concern kon vertrekken zonder sanering, is onduidelijk; daardoor lijkt de financiële last nu bij de Arubaanse overheid te liggen. Ook is onduidelijk wat er gebeurde met de genoemde 200 miljoen: delen van het raffinaderijterrein zijn ontmanteld zonder transparantie over toestemmingen, uitvoering of opbrengsten, en diverse aannemers zouden via Glenbert Croes opdrachten hebben gekregen.
Arends vraagt inzage in de overeenkomst tussen Croes‑Wever & Ruiz en CITGO en wil weten wat de transacties de bevolking hebben gekost, zeker nu de raffinaderij altijd als “eigendom van het volk” werd gepresenteerd. Eerdere rapportages wijzen erop dat de familie Croes miljoenen ontving via overheidscontracten en huurinkomsten (ongeveer 22 miljoen florin). Volgens betrokkenen rechtvaardigen deze aanwijzingen een grondige toetsing van beslissingen, betalingen en de afhandeling van het raffinaderijdossier, zodat publiek geld en publieke belangen transparant worden verklaard.