Van heinde en verre - 12 oktober 2025
In dit artikel:
Kees Broere reflecteert op migratie aan de hand van een bezoek aan Rotterdam en het nieuwe migratiemuseum Fenix. Tijdens een recent weekend in “Roffa” brengt hij herinneringen terug aan een gesprek rond 2007 met Elizabeth Adjei, destijds directeur van de Ghanese immigratiedienst, die een Akan-gezegde noteerde: “Anomaa antu a, obua da” — wie niet trekt, blijft hongerig. Die metafoor gebruikt Broere als kapstok om migratie niet alleen als verplaatsing van mensen te zien, maar ook als innerlijke beweging van denken en voelen.
Fenix, dit jaar geopend door koningin Máxima, toont kunst uit de hele wereld en presenteert migratie als een veelzijdig levensgegeven. Broere ziet in het museum en de stad Rotterdam een vanzelfsprekendheid rondom diversiteit: meer dan de helft van de bewoners heeft een migratieachtergrond en dat onderscheidt Roffa van andere Nederlandse steden waar migratie vaker als probleem wordt besproken.
De schrijver wijst ook op het bijzondere politieke landschap van Rotterdam: een college met D66, VVD, Denk en Leefbaar Rotterdam (en een burgemeester afkomstig van de ChristenUnie) illustreert hoe verschillende opvattingen naast elkaar bestaan. Voor Broere zijn figuren als Said Kasmi, een Marokkaanse Nederlander en D66-wethouder, voorbeelden van integratie die je in andere zogenaamd progressieve steden minder ziet. Tegelijkertijd contrasteert hij Rotterdam met Amsterdam, dat volgens hem steeds meer een stad van expats en afgesloten bubbelculturen wordt.
Broere publiceert deze observaties in zijn reeks “Van Heinde en Verre: Notities van een terugkomer”, waarin hij zijn ervaringen beschrijft sinds zijn terugkeer in 2024 na ruim dertig jaar in het buitenland. Zijn stuk benadrukt dat migratie niet alleen demografische data of politiek debat is, maar een onlosmakelijk en creatief onderdeel van stedelijk leven en cultuur — iets dat stilstaan tegengaat en mogelijkheden opent.